Pivotal Response Treatment (PRT)

Pivotal Response Treatment (PRT)

Als logopedisten van BEO logopedie, werkend met gezinnen met

kinderen met kenmerken van autisme weten wij dat het een uitdaging kan zijn om de juiste aanpak te vinden om de communicatieve ontwikkeling en de ontwikkeling van uw kind te stimuleren. Daarom vestigen wij graag uw aandacht op een effectieve methode genaamd Pivotal Response Treatment (PRT), die in veel gevallen positieve resultaten heeft laten zien.

PRT is een evidence-based gedragsinterventie die specifiek is ontworpen om kinderen met autisme te helpen bij het ontwikkelen van cruciale vaardigheden, zoals communicatie, sociale interactie, spel en zelfregulatie. Het is gebaseerd op de principes van toegepaste gedragsanalyse (ABA) en legt de nadruk op de motivatie van het kind.

Een van de unieke aspecten van PRT is dat het zich richt op het aanmoedigen en versterken van “pivotal behaviors” of sleutelgedragingen, zoals initiatief nemen, zelfregulatie en gedeelde aandacht, die van invloed zijn op meerdere ontwikkelingsgebieden. Door deze sleutelgedragingen te versterken, merkt men vaak verbeteringen in andere domeinen, zoals taalontwikkeling en sociale vaardigheden.

PRT maakt gebruik van de natuurlijke interesses en motivaties van jullie kind om de betrokkenheid en actieve participatie te vergroten. Het is belangrijk om activiteiten te kiezen die plezierig en betekenisvol zijn voor jullie kind, zodat de leerervaring positief en stimulerend is. Het vinden van de juiste motivatie kan soms een proces van trial-and-error zijn, maar met geduld en observatie kunnen jullie ontdekken wat jouw kind motiveert en dit gebruiken als leermoment.

Daarnaast is de betrokkenheid van ouders en verzorgers van cruciaal belang bij het succes van PRT. Wij coachen jullie ouders om de richtlijnen en strategieën van PRT toe te passen in de dagelijkse interactie met uw kind. Zo kunnen jullie een stimulerende en ondersteunende omgeving creëren die bevorderlijk is voor zijn of haar ontwikkeling.

Het is belangrijk om te onthouden dat elk kind uniek is en dat er geen “one size fits all” benadering is als het gaat om het ondersteunen van kinderen met autisme. PRT kan echter een waardevol instrument zijn om de ontwikkeling van je kind te bevorderen en te helpen vaardigheden te verwerven die hij of zij nodig heeft om succes te behalen in het dagelijks leven.

Milou en Angela zijn geschoold in de PRT en helpen jullie kind en ouders graag!

IMH (Integrale Vroeghulp)

IMH (Integrale Vroeghulp)

 

IMH (Integrale Vroeghulp) is een holistische benadering van zorg en behandeling voor jonge kinderen met ontwikkelingsproblemen. IMH streeft ernaar om tijdig interventies te bieden aan kinderen en hun families, om zo de ontwikkeling van het kind optimaal te ondersteunen. Een belangrijk onderdeel van IMH is logopedie. De logopedisten van BEO logopedie benaderen de kinderen en de gezinnen vanuit de IMH visie.

Vroege interventie met behulp van logopedie is van cruciaal belang, omdat het de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden kan ondersteunen. Taalontwikkeling is zoals jullie vast weten namelijk essentieel voor de sociale interactie, cognitieve ontwikkeling en daardoor ook het leren op school. Door tijdig logopedische behandelingen te starten en ondersteuning te krijgen kunnen eventuele communicatieproblemen aangepakt worden, zodat het kind zich optimaal kan ontwikkelen en beter kan functioneren in de sociale omgeving.

De logopedisten van BEO logopedie werken samen met andere professionals, zoals kinderartsen, psychologen, pedagogen, en professionals uit andere disciplines zoals fysiotherapie en ergotherapie. Samen vormen zij een multidisciplinair team dat zich richt op de totale ontwikkeling van het kind.

Kortom, IMH en logopedie vormen een belangrijk onderdeel van de zorg en behandeling voor jonge kinderen met ontwikkelingsproblemen. Logopedie speelt een cruciale rol in het ondersteunen van de communicatieve vaardigheden van het kind, en door vroege interventie kunnen mogelijke communicatieproblemen effectief aangepakt worden.

Samenwerking tussen kinderfysiotherapeuten, kinderergotherapeuten en logopedisten.

De samenwerking tussen kinderfysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten speelt een belangrijke rol bij het ondersteunen van kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Deze professionals werken samen om de fysieke, cognitieve en communicatieve vaardigheden van kinderen te verbeteren, zodat ze optimaal kunnen functioneren in hun dagelijks leven.

Kinderfysiotherapeuten richten zich op het stimuleren van de motorische ontwikkeling van kinderen. Ze werken onder andere aan het verbeteren van de spierkracht, motorische coördinatie en balans.

Door middel van oefeningen en spel worden de kinderen gestimuleerd om hun motorische vaardigheden te ontwikkelen en te verbeteren. Deze professionals werken ook aan het verminderen van spierspanning en het herstellen van eventuele motorische beperkingen.

Ergotherapeuten daarentegen, concentreren zich op het helpen van kinderen bij het ontwikkelen van de vaardigheden die nodig zijn voor dagelijkse activiteiten zoals eten, aankleden en schrijven. Ze richten zich op het vergroten van de zelfredzaamheid en onafhankelijkheid van het kind. Ze kunnen bijvoorbeeld werken aan het verbeteren van de fijne motoriek, het leren omgaan met sensorische problemen of het aanleren van strategieën om dagelijkse taken te vergemakkelijken.

Ten slotte hebben we de logopedisten, die zich richten op de communicatieve vaardigheden van kinderen. Ze ondersteunen kinderen bij het ontwikkelen van taal, spraak, articulatie (uitspraak) en sociale communicatie. Logopedisten werken ook met kinderen die moeite hebben met het begrijpen en verwerken van taal, zoals kinderen met een verstandelijke beperking. Ze gebruiken verschillende technieken en oefeningen om de taalvaardigheden te stimuleren en te vergroten.

De samenwerking tussen kinderfysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten is van cruciaal belang omdat zij allemaal een andere expertise en benadering hebben. Ze werken vaak samen in multidisciplinaire teams, waarin ze hun kennis en vaardigheden combineren om een holistische benadering te bieden voor de ontwikkeling van het kind.

Deze samenwerking begint meestal met een uitgebreide observatie van de mogelijkheden van het kind, waarin elke professional zijn eigen specifieke gebied onderzoekt. Vervolgens bespreken ze de bevindingen en stellen ze gezamenlijk een behandelplan op dat is afgestemd op de individuele behoeften van het kind. Tijdens de behandeling is er regelmatig overleg en evaluatie, zodat ze de voortgang kunnen monitoren en indien nodig het behandelplan kunnen aanpassen.

Door samen te werken kunnen kinderfysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten de ontwikkeling van het kind op een meer holistische manier benaderen. Ze kunnen elkaar aanvullen en ervoor zorgen dat alle aspecten van de ontwikkeling van het kind worden aangepakt. Door hun expertise te combineren, kunnen ze effectievere interventies bieden en de beste resultaten behalen.

De samenwerking tussen deze therapeuten bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand heeft een positieve impact op het leven van deze kinderen en hun families. Het geeft hun de mogelijkheid om hun vaardigheden te verbeteren en te leren omgaan met hun beperkingen, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen en deel kunnen nemen aan alle aspecten van het dagelijks leven. Het is een waardevolle samenwerking die bijdraagt aan het bieden van de beste zorg en ondersteuning aan kinderen met een ontwikkelingsachterstand.

Logopedie

Logopedie is een essentieel vakgebied dat zich richt op de behandeling en begeleiding van mensen met spraak-, taal- en communicatieproblemen. Logopedisten spelen een cruciale rol bij het helpen van mensen, vooral kinderen, bij het ontwikkelen en verbeteren van hun communicatieve vaardigheden.

Er zijn twee belangrijke omgevingen waarin logopedie kan worden gegeven: in de praktijk en op school. Beide omgevingen hebben hun eigen unieke voordelen, maar in dit bericht wil ik focussen op de voordelen van logopedie in de praktijk ten opzichte van op school.

  1. Individuele aandacht: In een logopediepraktijk kunnen logopedisten zich volledig richten op de individuele behoeften en capaciteiten van de patiënt. Dit betekent dat ze een persoonlijke en op maat gemaakte behandeling kunnen bieden die gericht is op de specifieke uitdagingen waar de patiënt mee te maken heeft. Ouders zijn vaker aanwezig bij de behandeling in de praktijk waardoor de overdracht meteen plaatsvindt en er thuis effectiever geoefend kan worden en de behandeling korter duurt.
  2. Flexibiliteit: In een logopediepraktijk kunnen zowel de logopedist als de patiënt flexibel zijn in het plannen van afspraken. Dit geeft de mogelijkheid om behandelingen buiten de schooluren te plannen, waardoor het de leerlingen niet in conflict hoeft te komen met hun academische lessen. Op school is er vaak een vaste planning voor logopedie, wat kan resulteren in verlies van lestijd.
  3. Gespecialiseerde apparatuur: In een logopediepraktijk zijn er gespecialiseerde apparatuur en materialen beschikbaar om de logopedist te ondersteunen bij de behandeling en evaluatie van de patiënt. Dit omvat bijvoorbeeld gespecialiseerde software, tests en andere technologische hulpmiddelen. Op school is het mogelijk dat deze geavanceerde apparatuur en materialen niet beschikbaar zijn, wat de kwaliteit en effectiviteit van de behandeling kan beïnvloeden.
  4. Rustige omgeving: Een logopediepraktijk biedt meestal een rustige en gestructureerde omgeving waarin patiënten zich kunnen concentreren op hun behandeling. Op school kunnen er veel afleidingen zijn, zoals andere leerlingen, geluiden en activiteiten, waardoor de patiënt zich moeilijk kan concentreren en het moeilijker kan zijn om vooruitgang te boeken.
  5. Volledige privacy: In een logopediepraktijk is er volledige privacy tussen de logopedist en de patiënt. Dit kan belangrijk zijn bij het bespreken van gevoelige onderwerpen of het uitvoeren van bepaalde therapeutische technieken. Op school kan de privacy beperkt zijn, vanwege de aanwezigheid van andere leerlingen en mogelijk personeel.

Hoewel logopedie op school zeker voordelen heeft, zoals gemak en toegankelijkheid, biedt logopedie in de praktijk unieke voordelen die kunnen resulteren in een betere behandeling en grotere vooruitgang voor de patiënten. Het is belangrijk om de individuele behoeften en omstandigheden te overwegen bij het bepalen van de meest geschikte omgeving voor logopedie.

Alles wat je moet weten over logopedie en OMFT-behandeling

Alles wat je moet weten over logopedie en OMFT-behandeling

Logopedie en OMFT-behandeling worden vaak in één adem genoemd, maar wat houden deze behandelingen eigenlijk in? In dit nieuwsbericht vertel ik je alles wat je moet weten over logopedie en de specifieke OMFT-behandeling.

Logopedie: meer dan alleen spraak- en taalproblemen

Logopedie is een paramedisch vakgebied dat zich bezighoudt met communicatie in de breedste zin van het woord. Hoewel veel mensen logopedie associëren met spraak- en taalproblemen, omvat het vakgebied veel meer dan dat. Logopedisten behandelen onder andere stemproblemen, slikproblemen, problemen met de ademhaling en zelfs lees- en spellingsproblemen. Het doel van logopedie is om de communicatie van de patiënt te verbeteren en daarmee de kwaliteit van leven te vergroten.

OMFT-behandeling: verbeteren van de mondspieren

OMFT (Oro-Myofunctionele Therapie) is een specifieke behandelmethode binnen de logopedie die zich richt op de spieren in en om de mond. Bij veel mondproblemen zoals slissen, duimen, afwijkend slikken en open mondgedrag spelen deze mondspieren een grote rol. Door middel van oefeningen en aanpassingen in het mondgedrag worden de spieren getraind en wordt er gewerkt aan het verbeteren van de functie en het herstellen van het evenwicht tussen de spieren.

OMFT-behandeling kan worden toegepast bij zowel kinderen als volwassenen, afhankelijk van het specifieke probleem. De behandeling kan variëren van enkele maanden tot enkele jaren, afhankelijk van de ernst en complexiteit van de situatie.

Waarom is een goede OMFT-behandeling belangrijk?

Een goede OMFT-behandeling kan diverse voordelen bieden. Ten eerste kan het helpen bij het oplossen van specifieke problemen zoals slissen en duimen. Hierdoor kan het zelfvertrouwen en de sociale interactie van de patiënt aanzienlijk verbeterd worden.

Daarnaast kan OMFT ook positieve gevolgen hebben op andere gebieden. Een goede mond- en tongfunctie heeft bijvoorbeeld invloed op de algehele gezondheid. Door het verbeteren van de ademhaling en het slikken kan de vitaliteit en het welzijn van de patiënt toenemen.

Conclusie

Logopedie en OMFT-behandeling gaan hand in hand als het gaat om het verbeteren van de communicatie en mondgezondheid van mensen met mondproblemen. Een goede OMFT-behandeling kan specifieke problemen aanpakken en heeft tevens positieve effecten op andere aspecten van het leven.

BEO logopedie zoekt een logopedist

BEO logopedie zoekt een logopedist

 

Dat wij een allround logopedie praktijk in Twente zijn, dat is bekend maar wat hebben wij jou te bieden?

 

  • Ben je niet zo’n ochtend mens? Dan begin je toch iets later!
  • Wil je een dag eerder weg omdat de vakantie aanbieding heel gunstig is? Lekker gaan!
  • Baas over je eigen dag indeling want die maak je lekker zelf.
  • Je bent maar een keer per jaar jarig, dat moet gevierd worden!
  • Zie je een interessante scholing? Wij betalen en de scholing volg je onder werktijd.
  • Goed salaris.
  • Ouderschapsverlof? Geniet ervan!
  • Mooie Pensioenregeling.
  • NVLF lidmaatschap duur? Wij betalen! (En de kosten voor de herregistratie ook)
  • Onbeperkt verlof
  • Ipad en Laptop van de zaak, die je ook thuis mag gebruiken om je Netflix series te kijken.
  • En natuurlijk een onwijs gezellig team!

 

We houden van ons vak, we bieden flexibiliteit voor al het mooie dat het leven te bieden heeft.

Lijkt het je wat? Neem dan contact met ons op! info@beologopedie.nl

PECS staat voor Picture Exchange Communication System

PECS staat voor Picture Exchange Communication System

PECS staat voor Picture Exchange Communication System

BEO logopedie werkt al sinds 14 jaar volgens de methodiek PECS. 

PECS staat voor Picture Exchange Communication System, het uitwisselen van plaatjes om te communiceren, en is een ondersteunend communicatiemiddel waarbij diverse communicatieve vaardigheden worden aangeleerd met behulp van afbeeldingen, dit kunnen foto’s zijn of pictogrammen.  

Een groot voordeel van het communiceren met PECS is dat het kinderen uitnodigt zelf initiatief te nemen tot communicatie en interactie. We willen dat de kinderen in hun communicatie minder afhankelijk zijn van een ander. Met behulp van PECS  kunnen kinderen leren plaatjes uit te wisselen met de communicatiepartner om zo te krijgen wat ze willen hebben. Het initiatief voor de communicatie geven we aan het kind zelf. Hierdoor kunnen vaardigheden als contact zoeken, interactie en spontane communicatie al op zeer jonge leeftijd worden aangeleerd. 

Deze methode heeft als basis de toegepaste gedragstherapeutische principes: de ABA (Applied Behavior Analysis) In praktijk is dit het belonen van goede vaardigheden zodat het kind weet dat ze er meer van moeten doen omdat het werkt! Wij ondersteunen de kinderen om in kleine stapjes vaardigheden op te doen waarbij het gewenste gedrag wordt beloond met natuurlijke beloning.  

PECS staat voor Picture Exchange Communication System

De PECS-training is ontwikkeld en wetenschappelijk getoetst door A. Bondy en L. Frost en bestaat uit zes fasen van oplopende moeilijkheid, de volgende opsomming is een korte en bondige samenvatting van dat wat er in een fase wordt geleerd: 

In fase 1 leert het kind een plaatje aan de communicatiepartner te geven om een voorwerp te krijgen. Het kind werkt met twee volwassenen: de communicatieve partner en de fysieke partner. Deze laatste helpt hem de juiste bewegingen te maken, we noemen dat ook wel schaduwhulp. Deze persoon ondersteunt het kind en kijkt goed naar wat het kind wil en blijft buiten de communicatie. 

In fase 2 leert het kind afstand nemen van zijn PECS-map en de communicatiepartner, om te voorkomen dat de communicatie aan één persoon gekoppeld wordt. De fysieke partner is niet meer nodig. 

Fase 3 is belangrijk: het kind leert de plaatjes van elkaar te onderscheiden. 

In fase 4 leert het kind om met diverse plaatjes een zin te maken. Op de zin-strip (een reepje kunststof met klittenband) plaatst het kind het plaatje ik wil plus het plaatje appel. De communicatiepartner en het kind tikken samen de plaatjes aan, en de partner zegt de woorden voor het kind: “Ik wil een appel”. (jij spreekt de woorden uit die het kind niet kan zeggen maar wel verteld door middel van het gebruik van de plaatjes of foto’s) 

In de fases 5 en 6 wordt de zinsbouw steeds verder uitgebreid: Ik wil rode limonade, ik zie een schaap, ik wil het grote, groene blokje.   

Daarnaast leren de kinderen gedurende de PECS training andere vaardigheden zoals het om hulp vragen, wachten, antwoord geven op vragen, ja of nee antwoorden, en een beloningssysteem. 

Ouders die meer informatie willen over dit communicatiemiddel, of willen weten wat PECS voor hun kind kan betekenen, kunnen hierover contact opnemen met Angela Hoogstrate of Milou Derkman, de telefoonnummers staan bij de contacten. 

Vacature (all round) logopedist Twente , locaties Delden-Goor

Vacature (all round) logopedist Twente , locaties Delden-Goor

 

Kom je net van de opleiding of heb je meer ervaring in het vak? BEO logopedie biedt jou de mogelijkheid om je verder te ontplooien. Wij zoeken iemand voor onze locaties in Delden en Goor. We hebben plek voor een fulltimer, maar ook een kleiner dienstverband is een optie!

Wij nodigen iedereen die een uitdaging zoekt in het multidisciplinair werken op een “eigen” locatie, van harte uit te solliciteren. Of je nu een startende logopedist bent of al ervaren, je bent van harte welkom. In overleg is er van alles mogelijk, wat wil jij?

BEO logopedie bestaat uit een team van 10 logopedisten en daarnaast word je ondersteund door onze praktijkondersteuner.

 

Je krijgt een goed loon voor een vast aantal uren. Ook bieden wij bij een vast contract een pensioenregeling aan. Je krijgt een eigen werktelefoon en hebt een eigen IPad en een laptop tot je beschikking. De praktijklocatie is voorzien van de meest recente behandelmaterialen.

 

Wij zijn BEO logopedie. Een logopediepraktijk met specialisaties in de begeleiding van kinderen met een verstandelijke beperking o.a. kinderen met syndromen. Ook geven wij logopedische zorg in de vrije vestiging aan mensen, voornamelijk kinderen, met uiteenlopende hulpvragen. Denk aan articulatie en fonologische stoornissen, beginnende geletterdheid, problemen met slikken en andere reguliere logopedische problemen.

 

Spreekt het je aan of heb je vragen? Neem contact op met Angela of Milou via info@beologopedie of via 06-20085169.

Ondersteunde Communicatie  

Ondersteunde Communicatie  

Ondersteunde Communicatie (OC) is een verzamelnaam voor verschillende manieren van communiceren. 

“Van OC is sprake als communicatievormen en zintuigen elkaar functioneel vervangen, ondersteunen of aanvullen op het moment dat waarneming en/of expressie van spraak of gebarentaal niet (meer) mogelijk is. Het is steeds gericht op informatie-uitwisseling en een zo efficiënt mogelijk verloop van communicatie. De ondersteuning richt zich op alle mogelijke uitingsvormen die zich ontwikkelen en aandienen als natuurlijke aanpassingen op beperkingen en daaruit voortkomende belemmeringen. De communicatie-ondersteuning kan betrekking hebben op het uiten, waarnemen, verwerken en begrijpen van taal bij met name communicatie, informatieverwerking en lezen. ” [Bron: Leerstoel Ondersteunde Communicatie].  

Ondersteunde Communicatie betekent in de praktijk dat alle mogelijke vormen en middelen worden ingezet om de sterkst ontwikkelde of (nog resterende) communicatieve vaardigheden van mensen optimaal te gebruiken in de communicatie. 

Hiervoor is het nodig om de beïnvloedende stoornissen, beperkingen, persoonlijke factoren en omgevingsinvloeden zorgvuldig te wegen tot een voor de cliënt optimaal communicatiemiddel.  

De uitgangspunten van OC sluiten nauw aan bij de basisfilosofie van Totale Communicatie (TC) een term die vooral binnen de zorg voor verstandelijk gehandicapten wordt gebruikt. 

Totale communicatie wordt omschreven als het gebruik maken van alle communicatiemiddelen. Het kind krijgt de mogelijkheid om via gebaren, gesproken taal, voorwerpen, tekeningen, foto’s en picto’s te communiceren met de omgeving.
Wanneer men gebruik maakt van Totale Communicatie moet er sprake zijn van tweerichtingsverkeer ofwel een dialoog. Daarnaast moet Totale Communicatie voortdurend plaatsvinden in de dagelijkse omgang tussen het kind en de mensen om hem heen. Ten slotte moeten die communicatiemiddelen worden gebruikt, die aansluiten bij het niveau, de mogelijkheden en de interesse van het kind. OC/ TC wordt ingezet bij diegenen die niet of nauwelijks spreken, maar ook bij die personen die moeite hebben met het begrijpen van gesproken taal. 

Wie zijn de gebruikers van Ondersteunde Communicatie? 

De groepen mensen die het meeste gebruikmaken van communicatiehulpmiddelen zijn: 

  • Ouderen die intensieve zorg nodig hebben 
  • Mensen met verstandelijke en/of zintuigelijke beperkingen 
  • Mensen met een chronisch of degeneratief neurologisch ziektebeeld, zoals ALS 
  • Mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), zoals CVA of THL met afasie 
  • Leerlingen in het speciaal en passend onderwijs met zeer ernstige spraak- en taalstoornissen 
  • Kinderen en volwassenen met zeer ernstige meervoudige beperkingen 

Bij OC kun je gebruikmaken van niet technische en technische hulpmiddelen: 

  • Bij niet technische hulpmiddelen gaat het onder meer om ondersteunende gebaren, ja/nee-vragen stellen en wijzen, en om zelfgemaakte, relatief eenvoudige hulpmiddelen, zoals een pictobord, fotoklappers of een zelf samengesteld communicatieboek. Maar ook een methode zoals PECS is een niet technisch communicatiemiddel en het gebruik van een PODD boek in de communicatie is ook niet technisch. Al zijn er apps waarbij PECS kan worden ingezet en is er een PODD boek als vocabulaire beschikbaar op een communicatiecomputer, worden PECS of PODD op die manier gebruikt: dan is het een technisch hulpmiddel. 
  • Technische hulpmiddelen zijn hulpmiddelen waarbij een apparaat op batterij of accu wordt ingezet. Denk bijvoorbeeld aan spraakcomputers en tablets met een grote verscheidenheid aan apps en bedieningsapparatuur, geschikt voor tekst- en symboolcommunicatie.  

Wat doet de logopedist? 

Logopedisten kunnen kinderen en volwassenen met ernstige taal- en spraakstoornissen behandelen en begeleiden. Logopedisten kunnen een taal-, spraak- en/of communicatieonderzoek afnemen naar het verwerken, begrijpen en uiten van de gesproken of geschreven taal. Ook kunnen zij adviseren bij het kiezen van passende ondersteunende communicatiemiddelen én trainen in het gebruik ervan. Daar betrekken zij alle communicatiepartners nauw bij. Want communiceren doe je nooit in je eentje! Verder kunnen logopedisten oefeningen aanbieden om met behulp van de communicatie-ondersteunende hulpmiddelen het begrijpen, uiten, lezen en/of schrijven te verbeteren. 

 

mondverkennen

Mondverkennen

Mondverkennen 

Wat is dat mondverkennen? Het is je vast wel eens opgevallen dat baby’s vanaf drie maanden van alles in hun mond stoppen. Naast dat dit voortkomt uit nieuwsgierigheid heeft het mondverkennen zoals we dit noemen ook een functie! Al vanaf de geboorte is je baby vrijwel constant bezig om de wereld te ontdekken. De geluiden, vormen en kleuren zijn maar wat interessant voor de baby. Met ongeveer 3 maanden heeft een baby al aardig controle over zijn spieren en dat biedt nieuwe mogelijkheden voor de baby: je baby kan inmiddels zijn hoofd goed overeind houden en krijgt meer controle over zijn armen. Zo kan hij gaan reiken om iets vast te grijpen. Vanuit het grijpen en vasthouden van materiaal stoppen ze dit materiaal ook in hun mond. 

Waarom stoppen baby’s alles in hun mond?

De baby stopt dingen in zijn mond omdat hij zo de wereld leert kennen. Zijn andere zintuigen zijn nog minder goed ontwikkeld, maar het gevoel in zijn mond en tong is heel goed. De mond en tong zijn gevoelig doordat er daar meer zenuwuiteinden per millimeter zijn dan waar ook in zijn lijf. 

De baby brengt voorwerpen naar zijn mond en steekt voorwerpen tussen zijn lippen, omdat dit de ideale manier is om het materiaal te onderzoeken. Met de tong, lippen en tandvlees wordt ontdekt welke vorm het materiaal heeft en hoe het voelt en smaakt. Vaak begint deze vorm van ontdekken met het sabbelen op de eigen handjes en vingers. Ook vingers van anderen die ze te pakken krijgen worden naar de mond gebracht.  

Later gaan ook andere voorwerpen de mond van je baby in. 

Op deze manier leert je baby dus nieuwe objecten kennen. Dat wij op volwassen leeftijd weten hoe zwaar iets is, hoe verschillende materialen voelen en hoe iets proeft hebben we allemaal te danken aan het mondverkennen. Wanneer kinderen door een of andere reden niet starten met het mondverkennen is het belangrijk om de baby te stimuleren om veilig materiaal naar de mond te brengen om te verkennen.  

Wanneer vermindert het mondverkennen? mondverkennen

Het is dus heel normaal dat je baby van alles in zijn mond stopt, het is ook juist belangrijk voor de ontwikkeling! 

Gemiddeld gezien neemt het voorwerpen in de mond stoppen af in de loop van het eerste en tweede jaar. Vanaf ongeveer 10 maanden zal de baby steeds meer zijn handen gebruiken om speeltjes en andere dingen te onderzoeken. Rond de leeftijd van 2 jaar stoppen de meeste kinderen niet veel materiaal meer in de mond.  

Af en toe zie je volwassenen die bijvoorbeeld een mooie zachte stof zien, die stof naar de wang brengen om te voelen; dit is nog een overblijfsel van het mondverkennen!