Ondersteunde Communicatie  

Ondersteunde Communicatie  

Ondersteunde Communicatie (OC) is een verzamelnaam voor verschillende manieren van communiceren. 

“Van OC is sprake als communicatievormen en zintuigen elkaar functioneel vervangen, ondersteunen of aanvullen op het moment dat waarneming en/of expressie van spraak of gebarentaal niet (meer) mogelijk is. Het is steeds gericht op informatie-uitwisseling en een zo efficiënt mogelijk verloop van communicatie. De ondersteuning richt zich op alle mogelijke uitingsvormen die zich ontwikkelen en aandienen als natuurlijke aanpassingen op beperkingen en daaruit voortkomende belemmeringen. De communicatie-ondersteuning kan betrekking hebben op het uiten, waarnemen, verwerken en begrijpen van taal bij met name communicatie, informatieverwerking en lezen. ” [Bron: Leerstoel Ondersteunde Communicatie].  

Ondersteunde Communicatie betekent in de praktijk dat alle mogelijke vormen en middelen worden ingezet om de sterkst ontwikkelde of (nog resterende) communicatieve vaardigheden van mensen optimaal te gebruiken in de communicatie. 

Hiervoor is het nodig om de beïnvloedende stoornissen, beperkingen, persoonlijke factoren en omgevingsinvloeden zorgvuldig te wegen tot een voor de cliënt optimaal communicatiemiddel.  

De uitgangspunten van OC sluiten nauw aan bij de basisfilosofie van Totale Communicatie (TC) een term die vooral binnen de zorg voor verstandelijk gehandicapten wordt gebruikt. 

Totale communicatie wordt omschreven als het gebruik maken van alle communicatiemiddelen. Het kind krijgt de mogelijkheid om via gebaren, gesproken taal, voorwerpen, tekeningen, foto’s en picto’s te communiceren met de omgeving.
Wanneer men gebruik maakt van Totale Communicatie moet er sprake zijn van tweerichtingsverkeer ofwel een dialoog. Daarnaast moet Totale Communicatie voortdurend plaatsvinden in de dagelijkse omgang tussen het kind en de mensen om hem heen. Ten slotte moeten die communicatiemiddelen worden gebruikt, die aansluiten bij het niveau, de mogelijkheden en de interesse van het kind. OC/ TC wordt ingezet bij diegenen die niet of nauwelijks spreken, maar ook bij die personen die moeite hebben met het begrijpen van gesproken taal. 

Wie zijn de gebruikers van Ondersteunde Communicatie? 

De groepen mensen die het meeste gebruikmaken van communicatiehulpmiddelen zijn: 

  • Ouderen die intensieve zorg nodig hebben 
  • Mensen met verstandelijke en/of zintuigelijke beperkingen 
  • Mensen met een chronisch of degeneratief neurologisch ziektebeeld, zoals ALS 
  • Mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), zoals CVA of THL met afasie 
  • Leerlingen in het speciaal en passend onderwijs met zeer ernstige spraak- en taalstoornissen 
  • Kinderen en volwassenen met zeer ernstige meervoudige beperkingen 

Bij OC kun je gebruikmaken van niet technische en technische hulpmiddelen: 

  • Bij niet technische hulpmiddelen gaat het onder meer om ondersteunende gebaren, ja/nee-vragen stellen en wijzen, en om zelfgemaakte, relatief eenvoudige hulpmiddelen, zoals een pictobord, fotoklappers of een zelf samengesteld communicatieboek. Maar ook een methode zoals PECS is een niet technisch communicatiemiddel en het gebruik van een PODD boek in de communicatie is ook niet technisch. Al zijn er apps waarbij PECS kan worden ingezet en is er een PODD boek als vocabulaire beschikbaar op een communicatiecomputer, worden PECS of PODD op die manier gebruikt: dan is het een technisch hulpmiddel. 
  • Technische hulpmiddelen zijn hulpmiddelen waarbij een apparaat op batterij of accu wordt ingezet. Denk bijvoorbeeld aan spraakcomputers en tablets met een grote verscheidenheid aan apps en bedieningsapparatuur, geschikt voor tekst- en symboolcommunicatie.  

Wat doet de logopedist? 

Logopedisten kunnen kinderen en volwassenen met ernstige taal- en spraakstoornissen behandelen en begeleiden. Logopedisten kunnen een taal-, spraak- en/of communicatieonderzoek afnemen naar het verwerken, begrijpen en uiten van de gesproken of geschreven taal. Ook kunnen zij adviseren bij het kiezen van passende ondersteunende communicatiemiddelen én trainen in het gebruik ervan. Daar betrekken zij alle communicatiepartners nauw bij. Want communiceren doe je nooit in je eentje! Verder kunnen logopedisten oefeningen aanbieden om met behulp van de communicatie-ondersteunende hulpmiddelen het begrijpen, uiten, lezen en/of schrijven te verbeteren.